Hoornbloem- en muursoorten behoren tot de anjerfamilie en lijken erg op elkaar. Het kenmerk, waarmee je zeker weet of je met een hoornbloem of met een muur te maken hebt, is het aantal stijlen : bloemen van de hoornbloemsoorten hebben 5 stijlen, bloemen van de muursoorten hebben 3 stijlen. Uiteraard is er een uitzondering op deze regel, namelijk watermuur; die heeft 5 stijlen.
Zie voor de muursoorten de pagina "Sleutel muursoorten".
|
Beantwoord de vragen van boven naar beneden. Bij "nee" ga je door naar de volgende vraag van hetzelfde niveau.
In het onderste gedeelte staan aanvullende kenmerken per soort, ter bevestiging.
Lukt het niet de plant, die je gevonden hebt met de vragen en gegevens uit onderstaand schema te determineren, dan heb je misschien een muursoort gevonden.
|
• deels 4 kroonbladen ? ...................................................................................................................
• kroonbladen dubbel zo lang als de kelkbladen ?
- groene bladeren ? .....................................................................................................................
- grijze viltig behaard bladeren ? .............................................................................................
• geen kleverige stengel ?
- alle stengeldelen rondom behaard? ....................................................................................
- onderste stengeldelen kaal of behaard met 1 rij haren ? ..............................................
• kleverige stengel ?
- gedrongen, dichte bloeiwijze ? ..............................................................................................
- plant bleekgroen ? .....................................................................................................................
- vruchtstelen vaak teruggeslagen ? .......................................................................................
- donkergroene plant, vaak sterk rood aangelopen ? ......................................................
- anders ............................................................................................................................................
|
scheve hoornbloem
akkerhoornbloem
viltige hoornbloem
gewone hoornbloem
glanzige hoornbloem
kluwenhoornbloem
bleke hoornbloem
zandhoornbloem
steenhoornbloem
kalkhoornbloem
|
Bij de laatste drie is het van belang ook naar andere kenmerken te kijken om de juiste soort vast te stellen.
|
In het volgende deel staan de hierboven genoemde soorten op alfabetische volgorde met aanvullende kenmerken.
|
- akkerhoornbloem (Cerastium arvense)
- overblijvend, algemeen tot zeldzaam
- vanaf april t/m juli
- 5 tot 25 cm
- voor 1/3 ingesneden kroonbladen
- kroonbladen 2x zo lang als de kelkbladen
- bloemsteel met klierharen
- bleke hoornbloem (Cerastium glutinosum)
- eenjarig, zeer zeldzaam
- april en mei
- 2 tot 20 cm
- kroonbladen korter dan de kelkbladen
- plant bleekgroen van kleur
- gewone hoornbloem (Cerastium fontanum subsp. vulgare)
- overblijvend, zeer algemeen
- vanaf april tot in de herfst
- 4 tot 45 cm
- tot de helft ingesneden kroonbladen
- kroonbladen iets korter tot iets langer dan de kelkbladen
- aan beide zijden behaarde bladeren
- bladranden lang behaard
- geheel behaarde stengel, geen klierharen
- stengel vaak paars aangelopen
- glanzige hoornbloem (Cerastium fontanum subsp. holosteoides)
- overblijvend, zeldzaam tot zeer zeldzaam, rode lijst
- vanaf april tot in de herfst
- 4 tot 45 cm
- diep ingesneden kroonbladen
- kroonbladen iets korter tot iets langer dan de kelkbladen
- kale of weinig behaarde bladeren
- onderste stengelleden kaal of behaard met 1 rij haren
- kalkhoornbloem (Cerastium brachypetalum)
- eenjarig, uiterst zeldzaam, rode lijst
- mei t/m juli
- 5 tot 35 cm
- diep ingesneden kroonbladen
- kroonbladen even lang of iets korter dan de kelkbladen
- vruchtstelen minimaal 2x zo lang als de kelkbladen
- plant door lange beharing grijsgroen van kleur
|
- kluwenhoornbloem (Cerastium glomeratum)
- eenjarig, zeer algemeen
- april t/m juni, soms vanaf januari t/m oktober
- 5 tot 45 cm
- tot ongeveer 1/4 ingesneden kroonbladen
- kroonbladen iets langer dan de kelkbladen
- gedrongen bloeiwijze, korte bloemstelen
- korte vruchtstelen, net zo lang als de kelkbladen
- vooral bovenaan kleverige stengel door klierharen
- geelgroen blad
- scheve hoornbloem (Cerastium diffusum)
- eenjarig, vrij algemeen in de duinen
- april en mei, soms t/m juli
- 3 tot 25 cm
- deels 4, deel 5 ondiep ingesneden kroonbladen
- kroonbladen iets korter dan de kelkbladen
- paarsachtig, kleverige stengel
- steenhoornbloem (Cerastium pumilum)
- eenjarig, zeer zeldzaam, rode lijst
- april en mei, soms t/m juli
- 2 tot 20 cm
- voor 1/4 ingesneden kroonbladen
- kroonbladen iets langer dan de kelkbladen
- kort behaarde bladranden
- plant donkergroen, vaak sterk rood aangelopen
- viltige hoornbloem (Cerastium tomentosum)
- overblijvend, verwilderd uit tuinen
- vanaf mei t/m juli
- 10 tot 30 cm
- kroonbladen 2x zo lang als de kelkbladen
- grijs blad door viltige beharing
- zandhoornbloem (Cerastium semidecandrum)
- eenjarig, zeer algemeen
- april en mei, soms t/m juli
- 3 tot 25 cm
- voor ongeveer 1/8 ingesneden kroonbladen
- kroonbladen even lang of iets korter dan de kelkbladen
- vruchtstelen vaak teruggeslagen
- schutbladen breed vliezige rand
- geel tot grasgroene bladeren
|
|
akkerhoornbloem
10 - 20 mm
gewone hoornbloem
4 - 10 mm
kluwenhoornbloem
5 - 8 mm
viltige hoornbloem
10 - 20 mm
zandhoornbloem
5 - 7 mm
|