Goed te herkennen aan
de volle trossen helder roze tot lila (soms witte) bloemen met lang, soms iets naar boven gericht spoor én de handvormig ingesneden schutblaadjes onderaan de bloemsteel.

Bloeiperiode maart en april.
Vrij tot zeer zeldzaam.
Hoogte 10 tot 25 cm.
Lengte van de bloem 1,5 tot 2,5 cm.

Vingerhelmbloem groeit op vochtige, matig voedselrijke, vaak kalkhoudende grond in loofbossen en op beschaduwde grasgrond aan de binnenduinrand, aan de voet van hellingen en bij buitenplaatsen.

De schutblaadjes onderaan de bloemsteel zijn meestal handvorming ingesneden.

De bladeren zijn lichtgroen van kleur en bestaan uit 3 deelblaadjes, die elk ook weer uit 3 gespleten blaadjes bestaan.

Vingerhelmbloem bloeit met helder roze tot lila bloemetjes, die iets omhoog gericht op een klein steeltje staan.

De bloemen hebben een lang spoor.

Vergelijkbare soorten

rankende duivenkervel :
eerst geelwitte bloemen met donkerrode top, later soms geheel rood, vrij dichte tros van 12 tot 20 bloemen, bloem 10 - 14 mm, vruchtstelen sterk omlaag gekromd.

middelste duivenkervel :
lichtroze tot bijna witte bloemen met donkere top, losse trossen tot 15 bloemen, bloem 9 tot 14 mm lang, tros ongeveer even lang als de steel.

gewone duivenkervel :
donkerroze tot rozerode bloemen met donkere top, trossen met meer dan 15 bloemen, bloem 7 tot 8 (9) mm lang, tros langer dan de steel.

vingerhelmbloem :
roodpaarse, soms witte bloemen, schutbladen tussen de bloemen handvormig ingesneden, bloem 1,5 tot 2,5 cm.

holwortel :
roodpaars of (room)witte bloemen, schutbladen tussen de bloemen met gave rand, bloem 2 tot 3 cm.