Delen kan via je browser. Dank daarvoor !

Rimpelroos
Rosa rugosa

Goed te herkennen aan
de helder roze (soms witte), grote, geurende rozen én de oranje-rode bottels, breder dan hoog (kleine "tomaatjes") én de duidelijk generfde blaadjes, onderkant dicht viltig behaard.


Bloeiperiode vanaf juni tot in de herfst.
Plaatselijk algemeen.
Hoogte 1 tot 2 m.
Doorsnede van de bloem 8 tot 10 cm.



De hangende bottels zijn oranje-rood, 1,5 tot 2,5 cm breed, meestal breder dan hoog.
De bottels hebben een kroontje van de 5 blijvend afstaande kelkbladen.De nerven van de deelblaadjes zijn vrij diep ingekerfd.



De nerven van de deelblaadjes zijn vrij diep ingekerfd.



Rimpelroos is plaatselijk algemeen, vooral in de duingebieden en wordt 1 tot 2 meter hoog.



De bloemen hebben meer dan 20 meeldraden en ook meer dan 20 stijlen.
De kroonbladen zijn vaak wat gerimpeld/verkreukeld, beetje crêpepapierachtig.



De takken zijn viltig behaard en met zeer veel, vaak naaldvormige stekels van ongelijke lengte bezet.


Vergelijkbare soorten
Ik noem van elke soort een uniek kenmerk.

kaneelroos :
2 rechtafstaande stekels aan de voet van de bladsteel.

rimpelroos :
oranje-rode bottels breder dan hoog (kleine "tomaatjes").

bosroos :
kaal, geen doorns of stekels.

egelantier:
appelachtige geur bij wrijving van het blad.

hondroos :
grote haakvormige doorns op verder kale takken.

viltroos :
aan beide zijden behaarde bladeren, onderkant viltig.

duinroos :
donkere, bruinachtig paarse tot zwartachtige bottels.






Bewerkte botanische illustratie van
rimpelroos (Rosa rugosa).
Het origineel is van M.E. Eaton; Addisonia, vol. 16: t. 522 (1931).



Delen kan via je browser. Dank daarvoor !