-
Delen kan via je browser. Dank daarvoor !
Gele monnikskap
Aconitum vulparia
Goed te herkennen aan
de bleekgele, langwerpige bloemen, die in eindelingse trossen staan.

Bloeiperiode vanaf juni t/m augustus.
Uiterst zeldzaam.
Op de rode lijst.
Hoogte 50 tot 125 cm.
Hoogte van de bloem 15 tot 22 mm.

Gele monnikskap groeit op kalkrijke grond in vochtige loofbossen, meestal langs beken.

De bloeiwijze is een tros aan het einde van de stengel en zijstengels.

De bladeren zijn handvormig gedeeld, niet tot aan de basis zoals de bladeren van blauwe monnikskap.

Meestal ontstaan er 3 vruchten per bloem.

De nectar bevindt zich bovenin de bloem. Alleen insecten met een lange tong kunnen erbij.

De bloemen bestaan uit 5 bloemdekbladen, waarvan de bovenste hoger is dan breed en helmvormig.
Bewerkte botanische illustratie van
gele monnikskap (Aconitum vulparia).
Het origineel is van E. Winkler, Sämmtliche Giftgewächse Deutschlands, ed. 3, t. 83 (1853).
Delen kan via je browser. Dank daarvoor !