Delen kan via je browser. Dank daarvoor !

Drienerfmuur
Moehringia trinervia

Goed te herkennen aan
de onopvallende, kleine, witte, stervormige bloemetjes, waarvan de spitse kelkbladen duidelijk groter zijn dan de kroonbladen én de smal eironde, spitse bladeren met 3 nerven, soms 5.



Bloeiperiode vanaf mei tot in de herfst.
Algemeen tot zeldzaam.
Hoogte 15 tot 30 cm.
Doosnede van de bloem 4 tot 7 mm.



De bladeren zijn smal eirond, spits, hebben een gave, gewimperde rand en 3 duidelijke nerven. Soms zijn het er 5.



De kelkbladen zijn duidelijk langer dan de kroonbladen.



Van een afstand doet drienerfmuur denken aan vogelmuur. Dichterbij zie je dat de bloemetjes van drienerfmuur geen gespleten kroonbladen hebben. Die van vogelmuur zijn wel gespleten, zelfs zo diep dat het lijkt of het er 10 zijn.



De kelkbladen hebben een vliezige rand.



Drienerfmuur groeit op droge, matig voedselarme grond in loofbossen en onder struikgewas. Ze groeit in pollen.


Vergelijkbare soorten
Tengere veldmuur, gewone spurrie en heidespurrie hebben bloemetjes vergelijkbaar met die van drienerfmuur; wit, zonder gespleten kroonbladen en ook ongeveer even groot. Het verschil tussen drienerfmuur en de 3 andere soorten zit met name in het blad. De bladeren van de beide spurrie-soorten en van tengere veldmuur zijn lijn- of priemvormig, veel smaller dan de bladeren van drienerfmuur.





Bewerkte botanische illustratie van
drienerfmuur (Moehringia trinervia).
Het origineel is van O.W. Thomé; O.W., Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Tafeln, vol. 2: t. 220 (1885).



Delen kan via je browser. Dank daarvoor !