Delen kan via je browser. Dank daarvoor !
Bitterzoet
Solanum dulcamara
Goed te herkennen aan
de overhangende trossen paarse (zelden witte), 5-tallige, knikkende, geurende, bloemen met tot een gele kegel vergroeide helmknoppen.
de overhangende trossen paarse (zelden witte), 5-tallige, knikkende, geurende, bloemen met tot een gele kegel vergroeide helmknoppen.
Bloeiperiode vanaf juni t/m september.
Zeer algemeen.
Hoogte 30 tot 200 cm.
Doorsnede van de bloem 10 tot 15 mm.
De donkergroene, soms paars aangelopen, bladeren zijn aan beide zijden zacht behaard, langwerpig tot eirond, hebben een gave rand en een zwak hartvormige of afgeronde voet.
Rijpe bessen zijn rood en zacht. Ze worden gegeten door vogels, die zo bijdragen aan de verspreiding. Ze bevatten vele zaden, die jaren kiemkrachtig blijven.
De 5 gele helmknoppen zijn kegelvormig vergroeid. De kroonbladen van pas geopende bloemen staan eerst recht of licht teruggeslagen; van de bloemen die langer open zijn liggen ze tegen de stengel.
Bitterzoet groeit op droge tot natte, voedselrijke grond in moerasbossen, aan waterkanten, op drijftillen, aan heggen, ook in de zeereep en op geknotte bomen.
Bewerkte botanische illustratie van
bitterzoet (Solanum dulcamara).
Het origineel is van O.W. Thomé; Flora von Deutschland Österreich und der Schweiz, Tafeln, vol. 4: t. 488 (1885).
bitterzoet (Solanum dulcamara).
Het origineel is van O.W. Thomé; Flora von Deutschland Österreich und der Schweiz, Tafeln, vol. 4: t. 488 (1885).
-->> desktopversie <<--
© Lidy Poot / 2016 - 2021
Delen kan via je browser. Dank daarvoor !