|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- de compacte, stuikachtige vorm én
- de in overhangende bijschermen staande bloemetjes met
- 5 wat bolle, spitse, (room)witte kroonbladen
|
Algemeen
Witte engbloem is een overblijvende, polvormende plant van 30 tot 120 cm hoog, die groeit op droge, kalkrijke grond op grazige plaatsen.
Ze komt uiterst zeldzaam voor in Zuid-Limburg, in het rivierengebied en de duingebieden. Het is een kwetsbare soort en staat op de rode lijst als zeer zeldzaam en matig afgenomen.
|
Bloem
De bloeiperiode is vanaf mei tot en met augustus. Ze bloeit met kleine witte bloemetjes, die bijschermen vormen naast de bladoksels.
De iets hangende bloemen zijn stervormig. Ze hebben 5 kroonbladen en 5 meeldraden, die in wisselstand met elkaar staan. De kroonbladen zijn spits, de randen iets omgebogen.
Blad en stengel
De bladeren zijn aan de rand en aan de onderkant op de nerven kort behaard. Naar boven toe worden de bladeren smaller en de bladstelen korter. Ook de blad- en bloemstelen zijn kort behaard.
De stengel is rechtopstaand (soms met overhangende top) en heeft boven het midden 1 rij kromme haren.
Bij grotere planten is het bovenste deel van de stengels soms windend. Op te voedzame en te vochtige grond worden de stengels slap en gaan ze hangen.
Toepassingen
Witte engbloem is zeer giftig. Omdat ze braakneigingen opwekt is ze heel vroeger als tegengif gebruikt.
|
|
Algemeen
- maagdenpalmfam.(Apocynaceae)
- overblijvend
- uiterst zeldzaam
- op de rode lijst
- 30 tot 120 cm
-
verspreiding
Bloem
- wit
- vanaf mei t/m augustus
- bijscherm
- stervormig
- 5 tot 10 mm
- 5 kroonbladen, vergroeid
- 5 kelkbladen, vergroeid
- 5 meeldraden
- 1 stijl
Blad
- tegenoverstaand
- enkelvoudig
- langwerpig
- top spits
- rand gaaf
- voet hartvormig of afgerond
- veernervig
- donkergroen tot blauwgroen
Stengel
- rechtop
- 1 rij haren
- rond
|
Bewerkte botanische illustratie van witte engbloem (Vincetoxicum hirundinaria).
|
|