|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
het schotelvormige blad onder de witte bloemetjes
|
Algemeen
Winterpostelein is eenjarig, kaal, enigszins vlezig plantje, dat groeit op open, droge, voedselrijke, al of niet kalkrijke grond, vooral onder struikgewas in de zeeduinen, verder in perken, tuinen en kwekerijen.
Ze komt zeer algemeen voor in de duinen en vrij algemeen in het oosten en midden van het land op zandige grond. Elders is ze zeldzaam.
Bloem
Ze bloeit vanaf april tot en met juni met kleine witte bloemetjes.
|
Blad
Tijdens de bloei is winterpostelein makkelijk te herkennen aan de twee tot een schotel vergroeide bladeren onder de bloeiwijze, waar de stengel als het ware door heen lijkt te groeien.
Toepassingen
Winterpostelein is rijk aan vitamine C en mineralen. Het kan rauw gegeten worden als salade of gekookt als spinazie. Als je zaait in september heb je half oktober je eerste oogst mooie knalgroene blaadjes met een krachtige fris zure smaak.
Winterpostelein is eenjarig, maar wel winterhard. Als je het hart van het plantje laat staan, dan groeit ze door en kun je tot het volgende voorjaar, wanneer de bloei begint, blijven oogsten.
Vergelijkbare soort
Naast (witte) winterpostelein is er ook roze winterpostelein. Roze winterpostelein heeft grotere, roze bloemen en geen schotelvormig vergroeide bladeren.
|
|
Algemeen
- posteleinfamilie (Portulacaceae)
- eenjarig
- zeer algemeen tot vrij zeldzaam
- 10 tot 20 cm hoog
-
verspreiding
Bloem
- wit
- vanaf april t/m juni
- eindelingse tros
- 4 tot 5 mm
- stervormig
- 5 kroonbladen, niet vergroeid
- 2 kelkbladen
- 5 meeldraden
- 1 stijl
Blad
- tegenoverstaand vergroeid of rozet
- enkelvoudig
- rozetbladeren :
- eirond of ruitvormig
- langgesteeld
- top spits
- rand gaaf
- voet wigvormig of vergroeid
- kromnervig
Stengel
- rechtop
- kaal
- rolrond
|
Bewerkte botanische illustratie van winterpostelein (Claytonia perfoliata).
|
|