|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
de prachtig lichtblauwe bloemhoofdjes, die in de bladoksels staan en die bestaan uit in een vlakke cirkel gespreide, even lange 5-tandige lintbloemen
|
Algemeen
Wilde cichorei komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied.
In Nederland is ze vrij algemeen in het rivierengebied, vrij zeldzaam in Zuid-Limburg en elders opslaand uit gemorst zaad.
Ze groeit op vochtige, voedselrijke, kalkhoudende grazige grond.
Afhankelijk van de omstandigheden wordt de plant 0,3 tot 2 m hoog.
De plant heeft wit melksap, dat bitter smaakt.
|
Bloem
Wilde cichorei bloeit in juli en augustus, soms tot de herfst, met lichtblauwe (zelden roze of witte) bloemhoofdjes, die meestal alleen in de ochtend geopend zijn. Ze bestaan enkel uit 5-tandige, even lange lintbloemen, die in een vlakke cirkel uitgespreid staan (geen buisbloemen). In het hart van het hoofdje staan de meeldraadkokertjes met een stijl in het midden. De blauwe kleur verbleekt snel, omdat de kleurstof oplost in water.
Onder de blauwe lintbloemen zit een omwindsel, dat bestaat uit 2 rijen beklierde blaadjes. De onderste blaadjes zijn kort, breed en uitstaand, de bovenste lang, smal en rechtopstaand.
Blad en stengel
De stengel is vaak bezemachtig vertakt en verspreid ruw behaard of bijna kaal. De stengelbladeren zijn zittend, half stengelomvattend en langwerpig. De rozetbladeren lijken op die van paardenbloem; gesteeld, langwerpig en veerdelig ingesneden.
Toepassingen
Als medicinale plant geneest ze maagklachten en bevordert ze de galwerking. Tot in de tweede wereldoorlog werd van de wortel surrogaat koffie gemaakt. Tegenwoordig vind je wilde cichorei samen met andere ingrediënten in koffie-vervangers.
Een gekweekte vorm van wilde cichorei kennen wij als witlof.
|
|
Algemeen
- composietenfamilie (Asteraceae)
- overblijvend
- vrij algemeen in het rivierengebied,
vrij zeldzaam in Zuid-Limburg
- 0,3 tot 2 meter
-
verspreiding
Bloem
- lichtblauw, zelden roze of wit
- hoofdje
- juli en augustus, soms tot de herfst
- 5-tandige lintbloemen
- 2,5 tot 4,5 cm
- omwindselblaadjes met klierharen
Blad
- verspreid
- enkelvoudig
- onderste :
- langwerpig
- bochtig veervormig gespleten
- grote spitse eindlob
- steelachtig versmalde voet
- bovenste :
- lancetvormig
- half stengelomvattend
- top spits
- zwak hartvormige voet
- rand gaaf of getand
- netnervig
- onderkant ruw behaard
Stengel
- rechtop
- houtig
- sterk vertakt
- verspreid ruw behaard of nagenoeg kaal
- gegroefd
- bevat bitter melksap
|
Bewerkte botanische illustratie van wilde cichorei (Cichorium intybus).
|
|