|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- de kleine, witte, 5-tallige, onopvallende bloemetjes én
- de iets vlezige bladeren in rozet én verspreid én
- de natte, liefst brakke standplaatsen
|
Algemeen
Waterpunge is een onbehaard, tweejarig of overblijvend, geelgroen plantje van 5 tot 50 cm hoog.
Ze groeit op open plaatsen met matig voedselrijke, natte, liefst brakke grond in duinvalleien, laagveenmoerassen, aan greppelranden en op drassige kapvlakten.
Het zijn plekken, die vaak 's winters onder water staan en zomers droogvallen.
|
Ze is plaatselijk vrij algemeen in de kustprovincies (inclusief het maritieme gebied en de duinen) en langs het IJsselmeer; zeldzaam in de Achterhoek en in Limburg, elders zeer zeldzaam.
Bloem
Waterpunge bloeit vanaf juni tot in de herfst met weinig opvallende, kleine, witte bloemetjes, die 5 vergroeide, soms licht uitgerande kroonbladen hebben.
De bloemen staan in een eindelingse tros, die zich tijdens de bloei verlengd. De bloemstelen zijn licht geknikt en hebben bij de knik een klein steelblaadje.
De kelkbladen zijn vergroeid en ze omsluiten en groeien mee met de ronde doosvrucht.
Blad en stengel
De onderste bladeren vormen een rozet. Vaak hebben ze een iets omgerolde rand. In dichte vegetatie verdwijnt het rozet meestal; op meer open plekken blijft het aanwezig. Langs de stengel staan verspreid een aantal stengelbladeren. Zowel rozet- als stengelbladeren zijn spatelvormig, iets vlezig met een wasachtig laagje en hebben een in een steel aflopende voet. De steel van van de onderste bladeren is langer dan van de bovenste.
De stengels zijn niet of weinig vertakt.
Vergelijkbare soorten
De niet bloeiende rozetten lijken op de rozetten van madeliefje. De bladrand van de bladeren van madeliefje is gekarteld, die van waterpunge is gaaf. En de bladeren van waterpunge zijn wat vlezig, die van madeliefje niet.
Verder zijn er vele planten met kleine witte bloemetjes, zoals herderstasje, vroegeling, verschillende soorten muur en hoornbloemen en kleine en bosveldkers.
Van deze soorten is waterpunge eenvoudig te onderscheiden door haar standplaats en door het iets vlezige uiterlijk.
|
|
Algemeen
- sleutelbloemfamilie (Primulaceae)
- tweejarig of overblijvend
- plaatselijk vrij algemeen tot zeer zeldzaam
- 5 tot 50 cm
-
verspreiding
Bloem
- wit
- vanaf juni tot in de herfst
- pluimvormige tros
- stervormig
- 3 mm
- 5 kroonbladen, vergroeid
- 5 kelkbladen, vergroeid
- 5 meeldraden
- 1 stijl
Blad
- verspreid en rozet
- enkelvoudig
- spatelvormig
- top stomp, soms met spitsje
- rand gaaf
- veernervig
- iets vlezig
met wasachtig laagje
Stengel
- rechtop
- glad en kaal
- rolrond
|
Bewerkte botanische illustratie van waterpunge (Samolus valerandi).
|
|