|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- de talrijke witte bloemetjes, die aan het einde van de winter gaan bloeien, voordat de bladeren verschijnen én
- de oudere zijtakken die eindigen in een doorn
|
Algemeen
Sleedoorn is een algemeen voorkomende, zeer dicht vertakte struik, die van nature in Nederland voorkomt. Het is de een van de eerste wit bloeiende struiken na de winter.
Ze groeit op vochtige, voedselrijke grond in heggen, aan bosranden en op lichte plekken in loofbossen. Ze wordt ook aangeplant.
Via wortelspruiten kan ze zich stormachtig vermeerderen.
|
Sleedoorn kan een kruising vormen met pruim (Prunus x fruticans). Die struiken zijn vaak wat hoger en hebben minder doorns. Ook zijn de bloemen vaak groter en staan ze paarsgewijs in plaats van in groepjes.
Bloem
De kortgesteelde, witte bloemen staan alleen of groeien dicht bij elkaar in bundels. De meeste bloemen bloeien voor de bladeren en worden 1 tot 1,5 cm in doorsnede. Ze hebben vijf kroonbladen, 20 of meer meeldraden en 1 stijl.
Blad en stengel
De kortgesteelde, langwerpige bladeren verschijnen aan het einde van de bloeitijd. In de knop zijn ze opgerold. De jonge takken zijn dof door fijne beharing, de oudere takken eindigen in een doorn.
Bijzonderheden
Rijpe vruchten zijn 1 tot 1,5 cm in doorsnee. Ze zijn hard en smaken wrang. Ze worden pas eetbaar na een flinke vorstperiode.
Ze bevatten veel vitamine C. Tinctuur gemaakt van de vruchten is zweetwerend en laxerend. Daarnaast wordt er van de vruchten een alcholische drank gemaakt of compote. Het verse sap van de vruchten wordt in de volksgeneeskunde gebruikt om te gorgelen bij mond- en tandvleesproblemen.
Vergelijkbare soort
Tijdens de bloeitijd kan sleedoorn verward worden met de wit bloeiende kerspruim (soms bloeit ze met roze bloemen). Kerspruim is minder algemeen voorkomend dan sleedoorn, bloeit een fractie eerder, heeft wat grotere bloemen, die meestal alleenstaand zijn en op een langere steel staan. De jonge takken zijn glanzend kaal, die van sleedoorn zijn dof behaard. Verder zijn de bladeren van sleedoorn maximaal 4 cm; die van kerspruim zijn 4 tot 7 cm lang.
Tijdens de vruchtperiode is verwarring uitgesloten; de vruchten van sleedoorn zijn berijpt blauw en die van kerspruim zijn rood of geel.
|
|
Algemeen
- rozenfamilie (Rosaceae)
- overblijvende struik
- algemeen
- tot 3 meter
-
verspreiding
Bloem
- wit
- april en mei
- gesteeld alleenstaand
- stervormig
- 1 tot 1,5 cm
- 5 kroonbladen, niet vergroeid
- 5 kelkbladen
- meer dan 20 meeldraden
- 1 stijl
Blad
- verspreid
- enkelvoudig
- langwerpig
- top spits
- rand gezaagd
- voet wigvormig
- veernervig
Stengel
- houtig
- vertakt
- kaal
- rolrond
|
Bewerkte botanische illustratie van sleedoorn (Prunus spinosa).
|
|