|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- de mooi geaderde helder roze bloemen én
- de twee tegenoverstaande niet vergroeide bladeren onder de bloemen
|
Algemeen
Roze winterpostelein is een eenjarige plant van 10 tot 40 cm hoog. Ze groeit op open, vochtige, voedselrijke grond in loof-en naaldbossen, vaak als opslag in tuinen en parken.
In de eerste helft van de vorige eeuw is ze als sierplant in Nederland ingevoerd en daarna is ze via tuinafval verwilderd. Nu volledig ingeburgerd.
|
Omdat ze zich gemakkelijk uitzaait en op plekken groeit waar geen andere plant kan groeien, heeft ze zich in het wild kunnen handhaven.
Nu is ze vrij algemeen voorkomend in het oosten en midden van het land, in Noord-Brabant en in de stedelijke gebieden.
Bloem
Ze bloeit vanaf mei tot en met augustus met donker geaderde helder roze (zelden witte) bloemen, die vijf ingesneden kroonblaadjes hebben.
Toepassingen
Evenals (witte) winterpostelein is roze winterpostelein winterhard en kunnen de blaadjes rauw gegeten worden als salade of gekookt als spinazie. In de zomer kunnen ze wat bitter smaken.
Een smeersel van gestampte bladeren werd gebruikt bij snijwonden en andere uitwendige verwondingen.
Het sap van de plant is gebruikt als oogdruppels bij pijnlijke en rode ogen.
Vergelijkbare soort is winterpostelein :
- winterpostelein heeft witte bloemen, die veel kleiner zijn en
- roze winterpostelein heeft geen tot een schotel vergroeide blaadjes onder de bloemen
|
|
Algemeen
- posteleinfamilie (Portulacaceae)
- eenjarig
- vrij algemeen
- 10 tot 40 cm
-
verspreiding
Bloem
- helder roze (zelden wit)
- vanaf mei t/m augustus
- pluim
- stervormig
- 8 tot 10 mm
- 5 kroonbladen ingesneden
- kroon niet vergroeid
- 2 kelkbladen
- 5 meeldraden
- 1 stijl
Blad
- rozet of tegenoverstaand
- enkelvoudig
- eirond tot ruitvormig
- top spits of toegespitst
- rand gaaf
- voet wigvormig
- kromnervig
Stengel
- rechtop
- glad en kaal
- rolrond
|
Bewerkte botanische illustratie van roze winterpostelein (Claytonia sibirica).
|
|