|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- de helder roze (soms witte), grote, geurende rozen én
- de oranje-rode bottels, breder dan hoog (kleine "tomaatjes") én
- de duidelijk generfde blaadjes, onderkant dicht viltig behaard
|
Algemeen
Rimpelroos is van oorsprong een kustplant uit Oost-Azië. Ze is bij ons plaatselijk algemeen, vooral in de duingebieden. Ze wordt ook aangeplant.
Ze is een lage struik van 1 tot 2 meter hoog. Door wortelopslag kan ze zich stormachtig uitbreiden, waardoor er van de oorspronkelijke begroeiing vaak weinig overblijft.
|
Bloem
Rimpelroos bloeit in juni en juli met nabloei tot in de herfst. De aangenaam geurende bloemen zijn 8 tot 10 cm in doorsnede. Ze hebben 5 gerimpelde/verkreukelde (beetje crêpepapierachtige), helder roze, soms witte kroonbladen.
De hangende bottels zijn oranje-rood, 1,5 tot 2,5 cm breed, meestal breder dan hoog, bevatten veel vitamine C en hebben een kroontje van de 5 blijvend afstaande kelkbladen.
Blad en takken
De bladeren zijn 7- tot 9-tallig. De nerven van de glanzende deelblaadjes zijn vrij diep ingekerfd. De onderkant van de bladeren is dicht behaard en ze hebben een gezaagde rand. Vaak wordt er in de literatuur en op internet gesproken over sterk gerimpelde blaadjes. Ik vind het juister om te zeggen dat ze duidelijk generfd zijn.
De takken zijn viltig behaard en met zeer veel, vaak naaldvormige stekels van ongelijke lengte bezet.
Bijzonderheden
Met name de groenling doet zich in de winter te goed aan de zaden uit de zacht geworden bottels.
Vergelijkbare soorten
In de flora van Heukels worden 12 soorten rozen genoemd. Ik laat de verwilderde tuinrozen (Virginische roos, Franse roos, Hollandse rimpelroos, veelbloemige roos en bergroos) buiten beschouwing.
Dan blijven er nog 7 over. Van elke soort noem ik een uniek kenmerk :
kaneelroos
rimpelroos
bosroos
egelantier
hondroos
viltroos
duinroos
|
:
:
:
:
:
:
:
|
2 rechtafstaande stekels aan de voet van de bladsteel.
oranje-rode bottels breder dan hoog (kleine "tomaatjes").
kaal, geen doorns of stekels.
appelachtige geur bij wrijving van het blad.
grote haakvormige doorns op verder kale takken.
aan beide zijden behaarde bladeren, onderkant viltig.
donkere, bruinachtig paarse tot zwartachtige bottels.
|
|
|
Algemeen
- rozenfamilie (Rosaceae)
- overblijvend
- plaatselijk algemeen
- 1 tot 2 meter
-
verspreiding
Bloem
- helder roze of wit
- vanaf juni tot in de herfst
- gesteeld alleenstaand
- stervormig
- 8 tot 10 cm
- 5 kroonbladen, niet vergroeid
- 5 kelkbladen
- meer dan 20 meeldraden
- meer dan 20 stijlen
Blad
- verspreid
- oneven veervormig samengesteld
- deelblaadjes :
- langwerpig tot eirond
- top spits
- rand gezaagd
- voet wigvormig
- veernervig
- glanzend
- onderkant zacht behaard
Stengel
- afstaand
- viltig behaard met stekels
- rolrond
|
Bewerkte botanische illustratie van rimpelroos (Rosa rugosa).
|
|