|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
de bundels lichtgele, buisvormige bloemen in de bladoksels
|
Algemeen
Pijpbloem is een overblijvende, lichtgroene, onbehaarde, licht geurende, giftige plant, die groeit op droge, voedselrijke, kalkrijke grond aan heggen en bosranden en op omgewerkte zandgrond, ook op dijkhellingen. Ze heeft een kruipende wortelstok en groeit daardoor meestal in groepen. Ze wordt 30 tot 90 cm hoog.
Oorspronkelijk is ze afkomstig uit het Middellandse Zeegebied.
In Nederland is ze zeldzaam in de duingebieden van Noord-Holland, elders zeer zeldzaam.
|
Bloem
Pijpbloem bloeit in mei en juni met lichtgele, 2 tot 3 cm lange, buisvormige bloemen. Ze staan met 2 tot 8 in de bladoksels op korte stelen.
Aan de binnenkant zitten naar beneden gerichte haren, die voorkomen dat een insekt uit de bloem klimt, voordat bevruchting heeft plaats gevonden.
Na bevruchting gaat de bloem hangen en verslappen de haren, waarna het insekt, dat inmiddels vol zit met het stuifmeel, eruit kruipt en een jongere bloem bezoekt, die bevrucht wordt met het stuifmeel van de vorige bloem.
Blad en stengel
De bladeren zijn groot, breed eirond (6-10 cm), langgesteeld en hebben een diep hartvormige voet. De stengels zijn onvertakt, zigzag gebogen, rond en geribd.
|
|
Algemeen
- pijpbloemfamilie (Aristolochiaceae)
- overblijvend
- zeldzaam tot zeer zeldzaam
- 20 tot 90 cm
-
verspreiding
Bloem
- lichtgeel
- mei en juni
- bundel
- buisvormig
- 2 tot 3 cm
- 1 bloemdek
- 6 meeldraden
- 1 stijl
Blad
- verspreid
- enkelvoudig
- eirond
- top stomp
- rand gaaf
- voet hartvormig
- netnervig
Stengel
- rechtop
- kaal
- niet vertakt
- rond en geribd
|
Bewerkte botanische illustratie van pijpbloem (Aristolochia clematitis).
|
|