340 inheemse, verwilderde en ingeburgerde soorten, geïllustreerd met bijna 4000 foto's
  
"Onkruiden zijn ook bloemen wanneer je ze beter leert kennen." Winnie de Poeh

  home        soortenlijst        sleutels        links       stats        bron        contact        copyright
   
 Muizenoor Hieracium pilosella
   
vorige   
volgende   
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- de kleine paardenbloem-achtige bloemen, waarvan de   buitenste lintbloemen aan de onderkant een brede rode   streep hebben én
- de langwerpige tot spatelvormige rozetbladeren met lange,   witte, afstaande haren aan de bovenkant en wit viltige   onderkant

Algemeen
Muizenoor is een lage, grijsgroene, overblijvende plant van 5 tot 30 cm hoog. Ze groeit op open plaatsen in droge tot vrij vochtige, grazige grond.
Ze komt in heel Nederland algemeen voor; in het rivierengebied, Zuid-Holland, Noord-Holland, Friesland en het noorden Groningen hoofdzakelijk op aangevoerd zand.
Bloem
Muizenoor bloeit vanaf mei tot de herfst met bleekgele tot gele bloemhoofdjes, die aan het einde van een bladerloze stengel staan. De hoofdjes bestaan uitsluitend uit lintbloemen.

De onderkant van de buitenste lintbloemen heeft in het midden een brede rode streep. De omwindselbladen zijn maximaal 1,5 mm breed en zijn, evenals de stengels, behaard met lange witte haren en/of kortere zwarte klierharen.

Blad
De bladeren staan in een rozet, meestal vrij vlak uitgespreid. Ze zijn langwerpig tot spatelvormig, boven het midden het breedst. Aan de bovenkant en langs de rand zijn ze verspreid behaard met lange, witte, afstaande haren.
De onderkant is dichter behaard, wit en viltig. Om bij grote droogte verdamping te beperken krullen de bladeren om en wordt de witte onderkant zichtbaar.

Muizenoor vormt bovengrondse, bebladerde uitlopers, die nieuwe rozetten vormen. Op die manier kan ze hele stukken grond bedekken. Voor muizenoor is het wel van belang dat op de plaatsen waar ze groeit het gras laag blijft. Begrazing zal de groei van muizenoor daarom bevorderen.

Toepassingen
Muizenoor bevat flavonoïden, looi- en bitterstoffen. In de kruidengeneeskunde wordt muizenoor nauwelijk nog gebruikt. In de volksgeneeskunde wordt ze nog wel toegepast bij lever-, maag- en darmaandoeningen.

Vergelijkbare soorten
Muizenoor behoort tot de gele composieten met uitsluitend lintbloemen; de groep met grote of kleine paardenbloem-achtige bloemhoofdjes.
In totaal bestaat de groep uit 39 soorten. Ze zijn te verdelen in twee groepen :
- de groep met minimaal 2 volwaardige bladeren aan de bloeistengel;
   zie de pagina "Sleutel gele composieten met blad".
- de groep met een kale bloeistengel of met hooguit 1 blad of een aantal schubvormige bladeren.
  Hiertoe behoort muizenoor. Zie de pagina "Sleutel gele composieten zonder blad".

Algemeen
- composietenfamilie (Asteraceae)
- overblijvend
- algemeen
- 5 tot 30 cm
- verspreiding

Bloem
- bleekgeel tot geel
- vanaf mei tot de herfst
- hoofdje alleenstaand
- alleen lintbloemen
- 2 tot 3 cm

Blad
- rozet
- enkelvoudig
- langwerpig tot spatelvormig
- top spits
- rand gaaf
- voet aflopend (in steel)
- veernervig
- bovenkant lang zacht behaard
- onderkant wit viltig

Stengel
- rechtop
- behaard
- rolrond

Bewerkte botanische illustratie van
muizenoor (Hieracium pilosella).


  Copyright ontwerp, tekst en foto's Lidy Poot, eigenaar van www.wildebloemen.info 2009 - 2023.
Niet gebruiken zonder toestemming.
Mobiele versie !!

De mobiele versie van deze site staat online. Nog niet volledig ingevuld maar al wel bruikbaar voor een snelle determinatie.
Onderaan elke pagina op de mobiele site kun je kiezen voor de desktopversie, mocht je die liever bekijken. Vanaf de desktopversie kun je op een aantal pagina's switchen naar de mobiele versie. Rechtsboven bij "vorige volgende" staat dan een link.

Vraag deze site op je mobiel op (je wordt automatisch doorgestuurd naar de mobiele versie) en plaats hem bij je favorieten of maak een sneltoets op je startscherm.
Makkelijk voor onderweg tijdens wandeling of fietstocht!