|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- de roze/lila aarvormige bloeiwijze van in schijnkransen staande lipbloemen én
- langwerpige tot lancetvormige behaarde bladeren
|
Algemeen
Moerasandoorn is een zeer algemeen voorkomende zwak geurende overblijvende plant. Ze wordt 30 tot 80 (120) cm hoog en groeit op vochtige, voedselrijke plaatsen aan oevers van rivieren en sloten, in drassige graslanden en lichte moerasbossen.
Bloem
Ze bloeit in juli en augustus (soms tot oktober) met roze/lila lipbloemen, waarvan de onderlip een donkere tekening heeft (honingmerk).
|
De bloemen staan met 4 tot 10 bloemen in schijnkransen aan het einde van de stengel in een aarvormige bloeiwijze.
De bloemen worden door veel insecten bezocht, zowel voor het stuifmeel als voor de nectar.
Blad en stengel
De bladeren staan paarsgewijs om de stengel, de onderste zijn
heel kortgesteeld, de middelste en bovenste zittend of half stengelomvattend. Ze zijn langwerpig van vorm tot 15 cm lang en behaard.
Ook de stengel en de bloemkelken zijn behaard.
Toepassing
Vroeger werd moerasandoorn gebruikt als geneesmiddel voor sneden en wonden. De bladeren hebben een ontsmettende werking.
Vergelijkbare soorten
moerasandoorn
bosandoorn
stinkende ballote
|
:
:
:
|
roze bloemen (zelden wit), bovenste bladeren zittend en langwerpig.
donker roodpaarse bloemen, alle bladeren eirond met hartvormige voet en gesteeld, sterk ruikend.
lichtpaarse bloemen (zelden wit), bladeren eirond met afgeronde voet, zeldzaam voorkomend, sterk ruikend.
|
Zie ook paarse dovenetel.
Zowel watermunt als wolfspoot behoren tot de dezelfde familie als moerasandoorn (Lamiaceae). Toch lijkt moerasandoorn op afstand meer op de grote kattenstaart. Beiden groeien aan de waterkant met aarvormige bloeiwijzen. Grote kattenstaart bloeit echter uitbundiger, heeft geen lipbloemen, maar stervormige bloemen en de bloemen zijn feller van kleur.
|
|
Algemeen
- lipbloemenfamilie (Lamiaceae)
- overblijvend
- zeer algemeen voorkomend
- 30 tot 80 (120) cm hoog
-
verspreiding
Bloem
- roze, lila (zelden wit)
- juli en augustus (oktober)
- schijnkrans
- 14 tot 18 mm
- lipbloemen
- 3-delige onderlip met donkere tekening
- behaarde kelk
- 4 meeldraden
- 1 stijl
Blad
- kruisgewijs tegenoverstaand
- enkelvoudig
- langwerpig tot lancetvormig
- top spits
- rand gekarteld
- voet zwak hartvormig of afgerond
- netnervig
- onderste kortgesteeld
- bovenste zittend of half stengelomvattend
- behaard
Stengel
- rechtop
- behaard
- vierkant
|
Bewerkte botanische illustratie van moerasandoorn (Stachys palustris).
|
|