|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
de grote, helder roze, knikkende distelhoofdjes met fors, stekelig omwindsel
|
Algemeen
Knikkende distel een overblijvende of tweejarige distel van 0,3 tot 2 meter hoog, die groeit op droge tot matig vochtige, kalkrijke, vaak omgewerkte grond.
Ze brengt minstens één winter door als rozet en zodra ze vruchtjes gevormd heeft, sterft ze af.
Ze is vrij algemeen in de duingebieden, het rivierengebied en de daaraan grenzende gebieden; vrij zeldzaam in Zuid-Limburg en Zeeland, elders zeldzaam. Ze ontbreekt in Groningen, Friesland, Drenthe en het noorden van Noord-Holland.
|
Bloem
De bloemhoofdjes van knikkende distel zijn tamelijk groot.
Onder het hoofdje met buisbloemen zit het omwindsel, dat spinnenwebachtig behaard is en vaak roodbruinachtig. De omwindselbladen zijn scherp gestekeld, in het midden iets ingesnoerd en dan naar buiten gebogen.
Blad en stengel
De smalle, glanzende, donkergroene, stekelige bladeren zijn veervormig ingesneden en lopen in gestekelde vleugels af langs de stengel. De onderkant van de bladeren is behaard, de bovenkant is kaal.
De lange stengels zijn spinnenwebachtig behaard, onderaan gevleugeld, bovenaan kaal en gebogen.
Vergelijkbare soorten
Zie "Sleutel distels" voor een compleet overzicht van alle in Nederland voorkomende distels en daarop lijkende planten.
|
|
Algemeen
- composietenfamilie (Asteraceae)
- overblijvend
- vrij algemeen tot ontbrekend
- 0,3 tot 2 m hoog
-
verspreiding
Bloem
- helder roze buisbloemen
- juli en augustus
- hoofdje
- alleenstaand
- 2 tot 8 cm
- omwindselbladen stekelig, afstaand en licht spinnenwebachtig behaard
Blad
- verspreid
- enkelvoudig
- veervormig ingesneden
- top stekelpuntig
- rand gestekeld
- voet aflopend
- veernervig
Stengel
- rechtop
- wit spinnenwebachtig behaard
- rolrond en onderaan gevleugeld
|
Bewerkte botanische illustratie van knikkende distel (Carduus nutans).
|
|