|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- de kleine, witte bloemen op een lange steel boven water én
- de op het water drijvende, ronde bladeren met hartvormige voet en opvallende kromme nerven
|
Algemeen
Kikkerbeet is een drijvende waterplant, die groeit in ondiep, (matig) voedselrijk, zoet of zwak brak, zacht stromend of stilstaand, luw water; niet in groot open water.
Ze is ook geschikt voor aquaria en siervijvers.
Ze is algemeen voorkomend in Limburg en Drenthe en plaatselijk algemeen in het rivierengebied, elders vrij zeldzaam en vrijwel ontbrekend in Zeeland, Zuid-Limburg en op de Waddeneilanden.
|
Bloem
De bloeiperiode is vanaf juni tot en met augustus. De bloemen zijn zoet geurend en hebben drie witte kroonbladen, die aan de basis geel zijn.
Ze staan op lange stelen boven het water. Ze zijn mannelijk of vrouwelijk. In het hart van de vrouwelijke bloemen staan 6 gele, 2-lobbige stijlen. In het hart van de mannelijke bloemen staan 12 gele meeldraden. De vrouwelijke bloemen zijn alleenstaand. De mannelijke staan met 2 tot 5 bij elkaar, maar meestal is er maar eentje in bloei, zelden 2. Elke bloem is maar 1 dag open.
Blad
De op het water drijvende, vlezige bladeren zijn cirkelrond, 2 tot 7 cm groot. Ze hebben een diep hartvormige voet en opvallende nerven; in het midden van het blad een rechte nerf en zijdelings daarvan aan elke kant 2 boogvormige nerven.
|
|
Algemeen
- waterkaardefam. Hydrocharitaceae
- drijvende waterplant
- algemeen tot vrijwel ontbrekend
- 15 tot 30 cm
-
verspreiding
Bloem
- wit
- vanaf juni t/m augustus
- alleenstaand
- stervormig
- 2 tot 3 cm groot
- 3 kroonbladen, niet vergroeid
- 3 kelkbladen
- 12 meeldraden
- 6 stijlen
Blad
- verspreid of rozet
- enkelvoudig
- rond
- top stomp
- rand gaaf
- voet diep hartvormig
- kromnervig
- vlezig
- op het water drijvend
Stengel
- ondergedoken
- glad en kaal
- rolrond
|
Bewerkte botanische illustratie van kikkerbeet (Hydrocharis morsus-ranae).
|
|