|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- eironde tot langwerpige, donkerrode tot bruinrode bloemhoofdjes
- in een vertakte bloeiwijze op
- lange stelen, die bovenaan kaal zijn
|
Algemeen
Grote pimpernel is een overblijvende, pollen vormende plant van 30 tot 100 cm hoog. Ze groeit op natte tot vochtige, voedselrijke grond in hooilanden, aan waterkanten, in bermen en langs spoorwegen.
Ze is plaatselijk algemeen in het rivierengebied, Noord-Brabant, Utrecht, Gelderland (uitgezonderd de Achterhoek), Overijsel, IJsselmeerpolders en Drenthe.
|
In de Achterhoek en in Limburg is ze zeldzaam en zeer zeldzaam in het zuiden van Zuid-Holland en in de duinen op Voorne. In niet genoemde gebieden ontbreekt ze.
Bloem
Grote pimpernel bloeit vanaf juni tot en met september. De bloemen staan bij elkaar in een aarvormige bloeiwijze. Ze hebben 4 donkerrode tot bruinrode kelkbladen; kroonbladen ontbreken. Ze leveren veel nectar en lokken daarmee verschillende insecten en vlinders.
Onderaan het hoofdje worden de nieuwe bloemen gevormd; de bovenste bloemen zijn het verst uitgebloeid. Pas geopende bloemen hebben nog witte kelkbladen.
Blad
De bladeren zijn oneven geveerd; ze bestaan uit 7 tot 13 gesteelde, langwerpige tot ovale deelblaadjes met een gezaagde rand. De bovenkant is groen, de onderkant is blauwgroen.
Bijzonderheden
Grote pimpernel is de waardplant van twee dagvlinders, donker pimpernelblauwtje en pimpernelblauwtje. Beide vlinders waren in de jaren 70 van de vorige eeuw verdwenen uit Nederland. In 1990 zijn beide soorten geherintroduceerd in de Moerputten, een mooi natuurgebied bij 's Hertogenbosch en hebben zich daar kunnen handhaven. Donker pimpernelblauwtje heeft zich in 2001 weer spontaan gevestigd in Limburg.
De vrouwtjes-vlinders van de pimpernelblauwtjes hebben een voorkeur voor lage, jonge exemplaren, waarop zij in juli en augustus eieren afzet. Zodra de rupsen uit het ei zijn gekomen eten zij slechts drie tot vier weken van de plant, met name van de bloemen.
Daarna laten ze zich van de bloemen vallen en worden ze door mieren meegenomen naar het mierennest, waar ze de mieren voorzien van een honingachtige substantie in ruil voor de larven en poppen van de mieren.
Toepassingen
Grote pimpernel heeft bloedstelpende eigenschappen. In Rusland en China wordt de plant daarvoor nog steeds gebruikt. Thee van de bladeren werkt heilzaam tegen ontstekingen in mond en keel. Verder bevat de plant stoffen tegen darmstoringen, die ook nu nog in de homeopathie gebruikt worden.
Vergelijkbare soorten
Naast grote pimpernel groeit ook kleine pimpernel in Nederland. De tweede helft van de naam is de grootste overeenkomst; ze zijn makkelijk van elkaar te onderscheiden.
Kleine pimpernel is in alles kleiner. Beide soorten hebben eironde tot langwerpige bloemhoofdjes. Die van kleine pimpernel zijn groenig met rode accenten.
Kleine bevernel heeft vergelijkbare bladeren, maar is bloeiend duidelijk van grote pimpernel te onderscheiden door de witte schermbloemen.
|
|
Algemeen
- rozenfamilie (Rosaceae)
- overblijvend
- algemeen tot ontbrekend
- 30 tot 100 cm
-
verspreiding
Bloem
- donkerrood tot bruinrood
- vanaf juni t/m september
- hoofdje
- 1 tot 3 cm
- 4 bloemdekbladen
- 4 meeldraden
- 1 stijl
Blad
- verspreid
- samengesteld
- oneven veervormig
- top spits
- rand gezaagd
- voet hartvormig of afgerond
- veernervig
Stengel
- rechtop
- glad en kaal
- gegroefd |
Bewerkte botanische illustratie van grote pimpernel (Sanguisorba officinalis).
|
|