|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
de in een eindelingse, eenzijdige tros staande groengele, klokvormige, knikkende bloemen met teruggeslagen franje-achtige kelkbladen, die soms rozerood verkleuren
|
Algemeen
Franjekelk is een overblijvende tuinplant uit Noord-Amerika, die in Nederland verwilderd voorkomt en wellicht ingeburgerd is.
Bloem
Ze bloeit in mei en juni met groengele bloemen, die in een eenzijdige tros aan het einde van de stengel staan. De bloemen vallen op door hun franje-achtige kroonbladen, die soms rozerood verkleuren.
|
De 5 kelkbladen zijn vergroeid en vormen een opgeblazen, vijftandige kelk. De franje-achtige kelkbladen komen tussen de kelktanden naar buiten en buigen zich in de loop van de bloeitijd helemaal terug.
Blad
De behaarde bladeren zijn in omtrek nagenoeg rond. Ze hebben een hartvormige voet. De rand is gelobd en getand.
De onderste bladeren vormen een rozet en zijn langgesteeld. De stengelbladeren zijn korter gesteeld. Naar boven toe worden de stelen korter; de bovenste bladeren zijn zittend.
|
|
Algemeen
- steenbreekfamilie (Saxifragaceae)
- overblijvend
- verwilderd, wellicht ingeburgerd
- 30 tot 75 cm
-
verspreiding
Bloem
- groengeel, soms rozerood verkleurend
- mei en juni
- eenzijdig, aarvormige tros
- klokvormig
- tot 1 cm
- 5 kroonbladen, vergroeid
- 5 kelkbladen, vergroeid
- 10 meeldraden
- 2 of 3 stijlen
Blad
- rozet en stengelbladeren
- enkelvoudig
- in omtrek nagenoeg rond
- top spits
- rand gelobd en getand
- voet hartvormig
- handnervig
- behaard
Stengel
- rechtop
- behaard
- rolrond
- groen tot roodbruin
|
Bewerkte botanische illustratie van franjekelk (Tellima grandiflora).
|
|