|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- de 5-tallige, gele, glanzende, vrij kleine boterbloemen én
- de enkelvoudige, langwerpige tot lijnvormige bladeren
|
Algemeen
Egelboterbloem is overblijvende plant van 10 tot 45 cm hoog, soms tot 70 cm. Ze groeit op natte, matig voedselrijke grond in graslanden, trilvenen, op kapvlakten, langs bospaden en vennen.
Ze is zeer algemeen, maar in Zeeland, Zuid-Limburg, het noorden van Groningen, Friesland en Noord-Holland en in de IJsselmeerpolders is ze zeldzaam.
|
Bloem
Egelboterbloem bloeit vanaf juni tot en met oktober met licht goudgele, glanzende, 5-tallige bloemen, die je direct herkent als boterbloemen.
Ze zijn een stuk kleiner dan de bloemen van grote boterbloem en tonen ieler dan de bloemen van scherpe boterbloem; de kroonbladen zijn smaller en vallen nauwelijks over elkaar heen.
De kelkbladen zijn behaard, groengeel en staan vaak iets van de kroon af.
Blad en stengel
Jonge, niet bloeiende planten bestaan uit een rozet van langgesteelde, driehoekige, gekartelde bladeren met afgeronde voet. Vanuit het rozet groeien opstijgende of liggende stengels, die eindigen in een bloeiwijze van een paar alleenstaande bloemen.
De liggende stengels wortelen vaak op de onderste knopen, waar nieuwe rozetten gevormd worden. Als de plant bloeit zijn de rozetbladeren inmiddels afgestorven. Later vormt de plant opnieuw een rozet maar dan van elliptische bladeren met een wigvormige voet.
De stengelbladeren van bloeiende planten zijn verwijderd en ondiep getand of hebben een gave rand.
Vergelijkbare soorten
Ranunculus is een geslacht met ongeveer 400 soorten planten, waartoe ook een aantal op elkaar lijkende soorten boterbloemen behoren. Naast egelboterbloem zijn er nog 8 andere boterbloemsoorten in Nederland. Om ze van elkaar te kunnen onderscheiden heb ik een schema gemaakt. Zie pagina "Sleutel boterbloemen".
|
|
Algemeen
- ranonkelfamilie (Ranunculaceae)
- overblijvend
- zeer algemeen tot zeldzaam
- 10 tot 45 (70) cm
-
verspreiding
Bloem
- licht goudgeel
- vanaf juni t/m oktober
- gesteeld alleenstaand
- 5 tot 15 (20) mm
- stervormig
- 5 kroonbladen, niet vergroeid
- 5 kelkbladen, behaard
- meer dan 20 meeldraden
- meer dan 20 stijlen
Blad
- verspreid
- enkelvoudig
- langwerpig tot lijnvormig
- top spits
- rand ondiep getand of bijna gaaf
- voet wigvormig of afgerond
- kromnervig
Stengel
- rechtop, opstijgend of liggend
- glad en kaal
- rond, niet gegroefd
|
Bewerkte botanische illustratie van egelboterbloem (Ranunculus flammula).
|
|