|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- (meestal) drie verschillende kleuren kroonbladen én
- de groeiplaats; in de duinen
|
Algemeen
Duinviooltje is een overblijvend plantje van 10 tot 25 cm hoog.
Ze komt algemeen voor in de duinen langs de gehele Nederlandse kust op droge, vaak enigszins verstuivende, voedselarme zandgrond.
De plekken waar konijnen actief zijn hebben de voorkeur; ze doet het erg goed op konijnenmest.
Komt ze buiten de duingebieden voor dan is ze aangevoerd met duinzand of je hebt een driekleurig viooltje gevonden.
|
Duinviooltje heeft een dunne, verticale, zich vertakkende wortelstok, waaruit meestal veel opstijgende stengels groeien. De penwortels gaan tot 1 meter diep. Bij droogte kan duinviooltje zo nog aan water komen.
Tevens kan duinviooltje goed tegen vorst.
Bloem
Duinviooltje bloeit vanaf april tot in de herfst. De hoofdbloei valt in april en mei. De bloemen zijn blauw- of roodpaars met wit en lichtgeel. Soms zijn ze geheel paars, geelachtig of wittig. In de herfst zijn de bloemen vaak wat kleiner.
De onderste kroonbladen zijn altijd lichter van kleur dan de bovenste. De gele vlek aan de basis van het onderste kroonblad vormt samen met de donkerpaarse streepjes het honingmerk.
De spoor reikt ongeveer 1,5 tot 3 mm verder dan de kelkbladen, duidelijk langer dan de spoor van driekleurig viooltje, dat hoogstens tot 1 mm voorbij de kelkbladen steekt.
Blad
De bladeren zijn donkergroen. In de winter zijn ze paars verkleurd. De bovenste zijn lancet- tot lijnlancetvormig; smal in vergelijking met die van driekleurig viooltje. De onderste bladeren zijn eirond tot rond, meestal engiszins vlezig. De steunblaadjes (de blaadjes aan de voet van de bladsteel) zijn veervormig met lange smalle eindslip.
Vergelijkbare soorten
In Nederland komen 12 soorten viooltjes voor. Ze zijn te verdelen in twee groepen; de ene groep heeft schuin naar boven wijzende zijdelingse kroonbladen. Tot die groep horen akkerviooltje, zinkviooltje, driekleurig viooltje en duinviooltje. De overige viooltjes hebben schuin naar beneden wijzende zijdelingse kroonbladen. Kijk voor een schema op de pagina "Sleutel viooltjes".
Duinviooltje lijkt erg veel op driekleurig viooltje. Daarom van deze twee soorten de verschillen naast elkaar :
duinviooltje
- overblijvend
- vertakkende wortelstok
- spoor 1,5 - 3 mm langer dan kelkaanhangsels
- bovenste bladeren lancet- tot lijnlancetvormig
- steunblaadjes veervormig met lange smalle eindslip
- onderste bladeren rond tot eirond, meestal iets vlezig
|
driekleurig viooltje
- eenjarig, soms 2-jarig
- zonder uitlopers of vertakkende wortelstok
- spoor hoogstens 1 mm langer dan de kelkaanhangsels
- bovenste bladeren langwerpig
- steunblaadjes liervormig
- onderste bladeren eirond
|
|
|
Algemeen
- viooltjesfamilie (Violaceae)
- overblijvend
- algemeen in de duinen
- (5) 10 tot 25 cm
-
verspreiding
Bloem
- combinatie van paars, wit en geel
- vanaf april tot in de herfst
- gesteeld alleenstaand
- 15 tot 20 mm
- 5 kroonbladen, niet vergroeid
- 5 kelkbladen
- 5 meeldraden
- 1 stijl
Blad
- verspreid
- enkelvoudig
- onderste rond of eirond
- bovenste lancet- tot
lijnlancetvormig
- top stomp
- rand gekarteld
- voet afgerond of wigvormig
- veernervig
Stengel
- opstijgend of bovengronds liggend
- glad en kaal
- rolrond
|
|
|