|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- de witte viltige beharing van bladeren en stengels én
- de gele tot oranje bloemhoofdjes in dichte kluwens
|
Algemeen
Bleekgele droogbloem is een een- of tweejarige plant van 5 tot 30 (50) cm hoog, vrij algemeen voorkomend in Zeeland, het rivierengebied, de IJsselmeerpolders en de stedelijke gebieden. Elders is ze zeer zeldzaam, in Zuid-Limburg ontbrekend.
Ze groeit op open, vochtige tot natte, kalk- en/of voedselrijke zandgrond, vooral in duinvalleien, op zandplaten en in afgravingen, ook op stenige plaatsen.
|
Bloem
Bleekgele droogbloem bloeit vanaf juli tot en met oktober met bloemhoofdjes, die in dichte kluwens staan aan het einde van de hoofd- en zijstengels.
De hoofdjes bestaan enkel uit gele tot oranje buisbloemen, ze hebben geen straalbloemen.
Het omwindsel bestaat uit witte of gelige, droogvliezige, glanzende omwindselbladen. Dat maakt de plant aantrekkelijk in gedroogde vorm.
Blad en stengel
Bladeren en stengels zijn wit viltig behaard, wat de plant beschermd tegen uitdroging door de zon.
De onderste bladeren staan dicht op elkaar (het lijkt daardoor een rozet), zijn spatelvormig en hebben een stompe top. De bovenste bladeren staan verder uit elkaar, zijn lancetvormig en hebben een spitse top. Ze hebben allemaal een iets omgerolde rand.
Vergelijkbare soorten
bosdroogbloem
moerasdroogbloem
bleekgele droogbloem
dwergviltkruid
|
:
:
:
:
|
kluwens in alle bladoksels, stengel en onderkant bladeren wit viltig.
minder viltig dan bleekgele droogbloem, omwindsel bruin of geelachtig, kluwens omgeven door bladeren, die minstens 4x langer zijn dan de kluwens.
dicht witte viltige beharing, ook bovenkant van de bladeren, omwindsel wit tot gelig, kluwens van volledig uitgegroeide bloeistengels omgeven door hooguit 2 kleine blaadjes.
en andere viltkruiden zijn evenals de droogbloemen viltig behaard, alleen hebben ze veel kleinere bladeren.
|
|
|
Algemeen
- composietenfamilie (Asteraceae)
- eenjarig of tweejarig
- vrij algemeen tot ontbrekend
- 5 tot 30 (50) cm
-
verspreiding
Bloem
- geel, oranjeachtig
- juli t/m oktober
- hoofdjes in kluwens
- buisvormig
- 5 mm
- omwindsel droogvliezig
Blad
- verspreid
- enkelvoudig
- onderste :
- spatelvormig
- top stomp
- bovenste :
- lancetvormigvormig
- top spits
- rand gaaf of gegolfd
- voet half stengelomvattend
- 1 nervig
- viltig behaard
Stengel
- liggend of opstijgend
- viltig behaard
- rolrond
|
Bewerkte botanische illustratie van bleekgele droogbloem (Gnaphalium luteo-album).
|
|