340 inheemse, verwilderde en ingeburgerde soorten, geïllustreerd met bijna 4000 foto's
  
"Onkruiden zijn ook bloemen wanneer je ze beter leert kennen." Winnie de Poeh

  home        soortenlijst        sleutels        links       stats        bron        contact        copyright
   
 Blauwe monnikskap Aconitum napellus
mobiele versie   
vorige   
volgende   
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- de helmvormige, blauwe of paarsblauwe bloemen in
- een rijkbloemige tros aan het einde van een rechte, stevige   stengel

Algemeen
Blauwe monnikskap behoort niet tot de inheemse flora van ons land. Ze is oorspronkelijk afkomstig uit de bergen van West- en Midden-Europa. Ze wordt bij ons gekweekt als tuinplant en kan na verwildering lang standhouden. Ze bloeit vanaf juni tot en met september.

Ze groeit op zonnige tot beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke grond.
Bloem
De kort behaarde bloemen zijn blauw of paarsblauw, soms met wit en staan aan het einde van de rechte, stevige stengel in rijkbloemige, rechte trossen.
Het bovenste bloemdekblad is helmvormig, breder dan hoog. Bij diverse cultivars, die allen tuinmonnikskap genoemd worden, is het helmvormige blad hoger dan breed.
Evenals bij gele monnikskap zit de nectar bovenin het helmvormige blad in 2 langgesteelde honingreservoirs (nectariën).
Per bloem ontstaan meestal 3 kokervruchten.

Blad
De glanzende bladeren zijn langgesteeld, onbehaard en handvormig gespleten in 5 tot 7 lijnvormige slippen van ± 0,5 cm breed. De bovenkant is donkergroen, de onderkant is lichter. Naar boventoe worden de bladeren kleiner.

Toepassingen
Hoewel blauwe monnikskap zeer giftig is, werd ze vroeger gebruikt voor medicijnen tegen jicht, zenuwpijnen, artritis, reuma en mazelen. Zelfs een kleine beetje van de gifstof kan binnen korte tijd de dood veroorzaken. Na aanraking is het verstandig de handen te wassen, omdat de gifstof door de huid heen dringt.
In de homeopathie is het een vaak gebruikt middel in acute situaties.

Algemeen
- ranonkelfamilie (Ranunculaceae)
- overblijvend
- verwilderd, lang standhoudend
- 50 tot 150 cm
- verspreiding

Bloem
- blauw, paarsblauw, soms met wit
- vanaf juni t/m september
- tros
- buisvormig
- 2 tot 4 cm hoog
- 5 bloemdekbladen, niet vergroeid
- meer dan 20 meeldraden
- 3 stijlen

Blad
- enkelvoudig
- handvormig gedeeld
- 5 tot 7 delig
- top spits
- rand onregelmatig gezaagd
- handnervig

Stengel
- rechtop
- kort behaard
- rolrond

Bewerkte botanische illustratie van
blauwe monnikskap (Aconitum napellus).


  Copyright ontwerp, tekst en foto's Lidy Poot, eigenaar van www.wildebloemen.info 2009 - 2023.
Niet gebruiken zonder toestemming.
Mobiele versie !!

De mobiele versie van deze site staat online. Nog niet volledig ingevuld maar al wel bruikbaar voor een snelle determinatie.
Onderaan elke pagina op de mobiele site kun je kiezen voor de desktopversie, mocht je die liever bekijken. Vanaf de desktopversie kun je op een aantal pagina's switchen naar de mobiele versie. Rechtsboven bij "vorige volgende" staat dan een link.

Vraag deze site op je mobiel op (je wordt automatisch doorgestuurd naar de mobiele versie) en plaats hem bij je favorieten of maak een sneltoets op je startscherm.
Makkelijk voor onderweg tijdens wandeling of fietstocht!