|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- de lichtpaarse, smalle, langgesteelde, bloemhoofdjes én
- de stekelig, gegolfde of gekroesde bladeren
|
Algemeen
Akkerdistel is een zeer algemeen voorkomende overblijvende plant. Van de distels is ze de meest voorkomende.
De plant wordt 60 tot 120 cm hoog en bloeit van juni tot en met september met lichtpaarse, lila (zelden witte) langgesteelde, geurende bloemhoofdjes, die in een pluim staan.
Je ziet akkerdistel op open, vochtige, zeer voedselrijke, omgewerkte grond op akkers, braakliggende terreinen en langs wegen en dijken.
|
Bloem
Onder de bloemhoofdjes zit een omwindsel, dat bestaat uit aangedrukte omwindselbladen. Ze hebben een stekelige punt, die afstaand maar niet teruggeslagen is. Het omwindsel is paars gekleurd wat de kleur van de bloeiwijze extra versterkt.
Een enkele keer kun je in de hoofdjes van de mannelijke plant ook vrouwelijke bloemen vinden. De mannelijke bloemenhoofdjes zijn tot anderhalf maal groter dan de vrouwelijke. De zoete, muskusachtige geur van de vrouwelijke bloemen trekt allerlei insecten aan, die beloond worden met veel nectar. De vruchtjes zijn een belangrijke voedselbron voor veel vogels. In de moeilijk toegankelijk distelhaarden broeden meerdere vogelsoorten.
Blad en stengel
De stengel is niet of zeer smal stekelig gevleugeld, aan de top sterk vertakt, het bovenste deel is meestal kaal. De stekelige bladeren zijn lancetvormig, veerspletig met gegolfde of gekroesde rand, aan de bovenkant kaal en glanzend, de onderzijde kan zilverig wit zijn.
Bijzonderheden
Akkerdistel is een lastig onkruid. Door de vele pluizige vruchtjes kan de plant zich sterk uitzaaien. Ook vormt ze worteluitlopers.
Ploegen van akkers werkt in het voordeel van de plant, want elk stukje uitloper kan weer uitgroeien tot een zelfstandige plant. Bovendien is de plant resistent tegen veel onkruidverdelgende middelen.
Akkerdistel heeft daarom als bijnaam “Boerenplaag”.
Vergelijkbare soorten
Zie "Sleutel distels" voor een compleet overzicht van alle in Nederland voorkomende distels en daarop lijkende planten.
|
|
Algemeen
- composietenfamilie (Asteraceae)
- overblijvend
- zeer algemeen voorkomend
- 60 tot 120 cm hoog
-
verspreiding
Bloem
- lichtpaarse, zelden witte buisbloemen
- vanaf juni t/m september
- langgesteelde hoofdjes in pluimen
- 1,5 tot 3 cm
- omwindselbladeren gestekeld
en topje afstaand
Blad
- verspreid
- enkelvoudig
- lancetvormig, veerspletig
- top stekelpuntig
- rand stekelig getand, soms gegolfd
of gekroesd
- voet aflopend
- veernervig
- bovenkant glanzend en kaal
- onderkant kaal, soms wit viltig
behaard
Stengel
- rechtop
- aan de top sterk vertakt
- glad en kaal of zeer smal stekelig
gevleugeld
- gegroefd
|
Bewerkte botanische illustratie van akkerdistel (Cirsium arvense).
|
|