|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- de roze, langgesteelde, alleenstaande klaverhoofdjes én
- de na de bloei opgeblazen kelken, die
- samen een op een aardbei lijkend vruchthoofdje vormen
|
Algemeen
Aardbeiklaver is een overblijvende, kruipende plant van min of meer natte, vaak brakke tot zilte grond in graslanden, op schorren en kwelders, ook in uiterwaarden en op rivierdijken.
Ze kan tegen wat zout in de bodem. De foto's op deze pagina zijn gemaakt in de berm van een weg, die bij gladheid gepekeld wordt.
|
Aardbeiklaver is vrij algemeen in Zeeland en in het maritieme gebied en de aangrenzende duingebieden, plaatselijk vrij algemeen in het rivierengebied en langs het IJsselmeer en noorden van Noord-Holland, Friesland en Groningen, elders zeer zeldzaam.
Bloem
De bloeiwijze is een bijna bolrond, dicht hoofdje, dat gevormd wordt door (licht)roze vlinderbloemen, die na de bloei bruin verkleuren, maar niet gaan hangen (zoals bij witte klaver). De hoofdjes staan op lange stelen in de bladoksels. De bloemstelen zijn langer dan de bladstelen.
De plant bloeit vanaf juni tot en met september. Na de bloei gaat de kelk zich opblazen en ontstaat er een vleeskleurig vruchthoofdje van ongeveer 2 cm, dat wat lijkt op een aardbei. Eerst nog wat wollig behaard, later kaal. En dan zie goed de netvormige beadering.
Blad
Het blad bestaat uit 3 langwerpig of omgekeerd eironde, aan de top soms hartvormig ingesneden deelblaadjes. De rand is stekelpuntig getand. De zijnerven zijn afgebogen en vertakt (bij witte klaver zijn deze recht en onvertakt).
Stengel
De stengels wortelen op de onderste knopen.
Vergelijkbare soorten
rode klaver
bochtige klaver
witte klaver
aardbeiklaver
basterdklaver
|
:
:
:
:
:
|
roze tot paarsrode bloemhoofdjes, bladeren direct onder het hoofdje, witte vlekken op de eironde bladeren.
helder roze bloemhoofdjes, langwerpige bladeren met soms een onduidelijke witte vlek, de bovenste stengelbladeren zitten iets verder van het hoofdje af dan bij rode klaver.
kruipende plant, langgesteelde bloemhoofdjes met witte bloemen, soms met roze waas, uitgebloeide bruine bloemen in het hoofdje gaan hangen, eironde bladeren met witte vlek.
kruipende plant, langgesteelde bloemhoofdjes met (licht)roze bloemen, uitgebloeide bruine bloemen gaan niet hangen, in vruchttijd kelken opgeblazen -> vruchthoofdje lijkt wat op aardbei.
niet kruipende plant, langgesteelde roze/witte bloemhoofdjes, uitgebloeide bruine bloemen gaan hangen, eironde bladeren zonder witte vlek.
|
Niet bloeiend kan je aardbeiklaver ook aanzien voor witte klaver.
Beide soorten hebben liggende, wortelende stengels. Aan de bladnerven is het verschil te zien; die van witte klaver lopen gewoon door naar de rand van het blad, die van aarbeiklaver buigen af en zijn vertakt. Daarnaast hebben de bladeren van witte klaver een lichte V-vormige vlek.
|
|
Algemeen
- vlinderbloemenfamilie (Fabaceae)
- overblijvend
- vrij algemeen tot zeer zeldzaam
- 5 tot 25 cm
-
verspreiding
Bloem
- roze tot rozerood
- vanaf juni t/m september
- alleenstaand hoofdje
- vlinderbloem
- 6 tot 7 mm
- 5 kroonbladen, vergroeid
- 5 kelkbladen, vergroeid
- 10 meeldraden
- 1 stijl
Blad
- verspreid
- samengesteld
- deelblaadjes eirond tot langwerpig
- top stomp, soms iets hartvormig
- rand stekelpuntig getand
- voet wigvormig en gewimperd
- veernervig
Stengel
- opstijgend of liggend
- glad en kaal
- rolrond
|
Bewerkte botanische illustratie van aardbeiklaver (Trifolium fragiferum).
|
|